Nog een paar dagen in Europa tot de grote oversteek begint!

De voorbereiding voor onze grote overtocht naar Curaçao is begonnen. We hebben een paar dagen rond getrokken over het eiland Tenerife met een gehuurde auto. Als eerste stond de berg Teide op het programma. We dachten dat deze gedeeltelijk met een skilift was omhoog en dat we ook een eind konden klimmen. Onze kledinguitrusting was daar op aangepast, zelfs een dikke trui, jas en sjaal behoorden tot de uitrusting want op bijna 3800 meter kan het behoorlijk koud zijn. Helaas hebben we de top van de Teide met zijn fenomenale uitzicht, hoorden we van een toerist, niet bereikt. Het was heen en terug met de skilift naar de top, veel wachtenden voor ons en nog duur ook. We besloten er van af te zien en iets lager een wandeling te maken. Dat werden de rotsen van García. Een prachtig landschap bedekt met hard geworden lava en daartussen de bergen die staande zijn gebleven tijdens een uitbarsting. De laatste lava uitbarsting was in het jaar 1798. Wij hebben een wandeling van ongeveer 7 km gemaakt waar we behoorlijk moesten klimmen en dalen. Heel bijzonder hoe de bergen er na een lava uitstoot uit komen te zien en wat zich dan weer afwisselt met enorme vlaktes stenen, lava en dorre struiken. We hebben nog geprobeerd of er een echo kwam tussen de bergen en jawel, na een harde schreeuw hoorden we die verschillende keren terug als echo. Wat de mensen achter en voor ons hebben gedacht weten we niet maar toen wij weer doorliepen, liepen anderen ook weer door. Het was een prachtige dag in een heel bijzondere omgeving. Overal waar wij gingen konden we de Teide waarnemen. Ook hebben we in het landschap wenstorentjes gebouwd van stenen. Tenminste drie stenen op elkaar en daarna mag je in stilte een wens doen. In Madeira hadden we wel honderden van die steentorentjes gezien maar op Tenerife nog niet, misschien hebben we een trend gezet. Na de wandeling zijn we terug gereden naar een kitesurfspot en om het strandje was een leuk oud stadje wat we even ingewandeld zijn.
Grotbewoners
Een dag later zijn Gijs en Janneke naar een strand gereden en hebben heerlijk gezwommen. Het water is heel helder alleen moeten we erg wennen aan het zwarte zand en de zwarte keien. Verder hebben ze wat rond getoerd over het eiland en stadjes bezocht. Bert en ik hebben een eind gewandeld langs de zee. Buiten de haven en buiten de golfbanen ligt een onherbergzaam gebied waar mensen in tenten, oude caravans en palletwoningen wonen of zelfs in holwoningen uitgehouwen in de bergen. Wat een verschil en wat geweldig om in het niemandsland aan de zee te lopen. Wonen er zwervers? Wonen er mensen uit het gebied zelf? Gijs en Janneke komen ook met verhalen terug van bergholen waar hippies in wonen.
Boodschappen, heel veel boodschappen
Met alle beelden nog vers in het geheugen heeft de auto vandaag heel andere diensten bewezen. De bevoorrading voor de grote tocht is begonnen. De auto afgeladen vol met etenswaren en alles in de boot gestouwd. Lijsten worden er gemaakt: wat is er en wat kunnen we de komende weken eten. Gijsbert brengt Janneke naar het vliegveld want haar vakantie is om. We hebben een gezellige tijd gehad met elkaar en het was fijn een vrouw erbij aan boord te hebben maar aan ieder bezoek komt ook weer een afscheid en dat is nooit leuk. Je raakt aan elkaar gewend en ineens is het afgelopen. Het is fijn dat Janneke nog even mee heeft kunnen varen langs de kust van Tenerife. Ze heeft zelfs gewerkt aan de blog om deze op de website te krijgen en dat het gelukt is, hebben we gezien in de vorige blog.
Terwijl Janneke terug vliegt is Waldemar bij ons aangekomen. Hij hoopt de reis met ons mee te gaan tot Curaçao.
Steekvliegen
In Santa Cruz was de eerste aanvaring met de steekvlieg. Het lijkt een gewone vlieg maar ineens merk je dat het geen gewone vlieg is want hij steekt. Een nare harde steek. Toen ik het vertelde moest Gijsbert erom lachen, hij geloofde er niks van tot hijzelf gestoken werd. Ook in San Miguel hebben we kennis gemaakt met de steekvlieg. We proberen ze uit te roeien in de boot maar dat lukt niet want de boot is open. Nou ja we zijn gewaarschuwd en de vliegenmeppers liggen klaar.
De dag voor vertrekdag
Vandaag is er weer de bedrijvigheid die hoort bij een dag voor vertrek. Trouwens in de haven denken er meer mensen zo over lijkt het want de bedrijvigheid is overal te merken. Of we vertrekken morgen weten we niet want de wind lijkt af te zwakken maar vandaag hebben we een heerlijk gevoel wat ons vleugels geeft waardoor we enthousiast alle klussen oppakken. Waldemar heeft onderdelen voor het roer meegenomen uit Nederland en die zijn er vanmorgen ingezet. Gijs is de mast weer eens ingeklommen voor een klus en heeft een spieboom gemaakt voor in de genua. Waldemar heeft stukken dekbekleding gesneden en deze ingeplakt en ook Bert is druk bezig. De watertanks worden weer gevuld en ik heb de was gedaan. Even de was over de reling en met een uur is de was droog. Zo zijn we allemaal flink aan het werk en er heerst een gezellige drukte. Voor het fruit heeft Bert een mooi net gemaakt aan het plafond binnen. Fruit en groente is lastig om goed te houden in een boot wat heen en weer slingert. Tot nu toe hadden we het in bakken onder de vloer maar de hoeveelheden zijn nu aanmerkelijk groter geworden aan fruit en dus moest er iets anders bedacht worden. We hadden al wel gelezen over hangende netten met fruit en deze ook gezien bij andere boten maar onder de vloer werkte tot dusver goed. Nu dus een enorm net in de kamer aan het plafond, het fruit kan meezwaaien zonder in elkaar geplet te worden. Hele theorieën zijn erover, sommigen zweren bij het fruit wassen voor het in de netten of kisten gaat. Anderen draaien om de zoveel tijd het fruit om, appel voor appel enz. Wij hadden plastic schalen waar het fruit prima in bleef, ongewassen, maar we konden dan ook om de zoveel dagen nieuw fruit kopen. Voor nu is het een ander verhaal want we moeten wel aan onze vitaminen komen natuurlijk en op zee komt er niet een bootje met fruit en groente langs. We kijken hoe dit werkt. De boodschappen liggen in de kastjes, er is stof gezogen met een echte stofzuiger en de boel ligt er weer netjes bij.
Watercloset
Sommige lezers hebben medelijden met ons omdat ze denken dat wij onze behoefte over de rand van de boot moeten doen, half zittend, slingerend en ons stevig vast houdend aan de verstaging in de hoop dat alles goed gaat. Of iets luxer op een emmer en de boel daarna over boord in zee gooien. Niets is minder waar. We hebben in onze boot een echte wc, we zitten er op als op een troon. Achter de wc zijn flinke buizen gemonteerd, vraag me niet naar de precieze werking maar op een verhoging in de badkamer staat de toiletpot, een speciale voor op een schip met een deksel en voor de buizen zit een flinke hendel. Als je gebruik hebt gemaakt van het toilet moet na afloop de deksel dicht, want anders krijg je de hele boel in het gezicht, en aan de hendel trekken. Acht a tien keer heen en weer, tien seconden rusten en daarna weer ongeveer acht keer aan de hendel trekken. De deksel zit dan muurvast op de pot en in de pot onttrekt zich een wonder. Na enkele minuten zit er schoon zeewater in de pot, het andere spoelt met kracht de zee in en zien we niet meer. Het zeewater is zo helder als kraanwater. Ik vraag me weleens af of je ook een vis mee terug de pot in kunt trekken maar ik geloof dat het niet kan. Zou ook een heel spektakel geven in zo'n potje want wat moet je er dan toch mee. Dus geen medelijden we zitten comfortabel en droog op het toilet. Nou zal ik niet ontkennen dat ik wel eens tijdens al het geslinger op de boot met angst en beven op de pot heb gezeten, bedenkend hoe ik er met enig goed fatsoen weer af kon komen. Maar tot dusver is het goed gegaan ondanks de woeste zee die we gehad hebben!
Watermaker
Op de boot zitten zulke handigheden, daar is goed over nagedacht. In de haven douchen we ons in het toiletgebouw. Dat geeft weleens gefoeter omdat het water soms te heet is en soms koud blijft net wanneer je helemaal ingezeept bent en shampoo in je haar hebt en de straaltjes water moet zoeken. Op zee hebben wij plantenspuiten die we gaan gebruiken als douche, we kunnen dan nooit meer dan een liter water gebruiken want met het water in de tanks moeten we zuinig mee omgaan. De Aluma heeft wel een binnendouche en ook een buitendouche achter op het dek maar met zoveel dagen op zee is het nodig extra zuinig te zijn met zoet water. Sommige boten hebben zogenaamde "watermakers", deze maakt van zout water zoet water. Een heel mooi apparaat maar erg duur. De Aluma heeft twee grote watertanks die we bij elke haven vullen. Het is prima zoet water wat prima te drinken is maar Gijsbert heeft ook een watercan binnenstaan met water wat gekoeld kan worden. Dat is ons drinkwater en het water uit de tanks gebruiken we voor alle andere zaken. Voor het koken bijvoorbeeld maar ik heb ook gelezen dat sommige "vaarders" het zeewater gebruiken voor het koken van de aardappelen en groenten, dat zou misschien ook kunnen maar wij gebruiken alleen het water uit de tanks voor het koken, (af) wassen, tanden poetsen en schoonmaken. Een duik in zee maakt ook altijd fris.
Mario
Onze bedoeling was om tegen de avond te vertrekken en we deden dan ook alles op ons gemak. Naast ons lag Mario, een Spanjaard die een splinternieuw jacht heeft laten bouwen in Engeland en gaat varen waar de wind hem brengt, hij vond het erg jammer dat we gingen vertrekken want inmiddels waren we goede buren geworden met elkaar. Wij hielpen hem en hij hielp ons. De boot is zijn leven. Hij heeft zijn bedrijf verkocht, rond de wereld gefietst in zijn eentje en nu dus een jacht laten bouwen waar hij mee gaat varen. De opbouw van de boot is van teakhout maar helemaal ingepakt in een soort zeildoek, een enorm luxe schip. Mario is een aardige man die solo zeilt maar het leuk vond om een praatje te maken.
Haastig vertrek
Ineens kwam de havenmeester naar ons toelopen en vertelde dat we naar een andere plek moesten. We lagen kennelijk op een plek van iemand en die wilde er nu weer liggen. Mario en wij moesten om twee uur 's middags weg van de plek. We hebben afscheid genomen van Mario en zijn toen maar vervroegd vertrokken richting het eiland Hierro, dat is het laatste eiland gezien vanaf Nederland, van de Canarische eilanden. De eerste tocht voor Waldemar aan boord. We begonnen de reis met een mooie wind en de genua met grootzeil stuwden ons voort. Door de golven deinden we fors heen en weer en Waldemar werd wat bleek om de neus maar herstelde zich snel. De pilletjes deden goed werk bij hem. Ikzelf had langer last van de misselijkheid maar ik was dan ook te laat begonnen met de medicatie. We hebben alle windsoorten gehad onderweg, van 3 knopen tot 25 knopen en zelf windstilte. Lastig om daar je zeilen voor op en af te tuigen. We hebben een deel op de motor gevaren in de nacht maar tegen de morgen toen we het eiland Hierro in zicht hadden hebben we met zo'n 22 knopen wind alleen op de genua gevaren en rond 7 uur zijn we de haven binnen gevaren. Waldemar is een goede hulp aan boord en hij is heel snel ingeslingerd.
Vroeg naar bed
We hebben een paar uur geslapen en zijn 's middags het plaatsje Restinga gaan verkennen. Er liggen hier mooi aangelegde strandjes en promenades van marmer met mooie trappartijen naar de (zwarte) strandjes. Het is een klein plaatsje en druk is het er niet in de straatjes. We zien wel veel duikers, de rubberboten varen dan ook af en aan om de duikers naar zee te brengen. Net buiten de haven schijnen grote vissen te zwemmen en er ligt een wrak waar duikers dol op zijn. Het lijkt dat met Europees geld het plaatsje is opgepimpt met strandjes, mooie kades en prachtige wegen om zo toeristen te trekken maar waarom deze de weg nog niet gevonden hebben naar dit eiland kunnen we niet verklaren. Misschien zijn er nog geen directe vluchten naar het eiland.
Waldemar en Gijsbert beklimmen nog de nabij gelegen bergen en aan het eind van de middag gaan we met z'n vieren nog wat drinken op een terras en trakteert Waldemar ons op een etentje omdat we de volgende dag verder zullen gaan. We weten nog niet of we de Kaapverdië eilanden aan zullen doen of toch direct de oversteek zullen maken, dat hangt af van de wind. De boot ligt helemaal klaar en het plan is om na het ontbijt te vertrekken. We duiken allemaal vroeg ons bed in om goed uitgerust te zijn want we weten als we niet goed uitgerust zijn dat het een weerslag is op ons functioneren op de boot.
Beng, beng, beng
Zo rond 20:30 uur worden we opgeschrikt omdat er iets op onze boot klapt. Er wordt een lampje op ons bed gericht door het raam en een man vraag of we hem a.u.b. willen helpen. Het klinkt paniekerig en met de geluiden tegen onze boot aan kunnen we ons dat voorstellen. Bert trekt snel zijn kleren aan, in de haast zijn broek binnenste buiten en ook Gijsbert en Waldemar zijn al aan dek. Het blijkt een splinternieuw aluminium schip te zijn met drie bemanningsleden. Of eigenlijk 1 schipper en twee opstappers. De man heeft geen zee ervaring en de harde wind in de haven heeft hij niet goed ingeschat zo denken wij. Hij knalt een paar keer tegen onze boot aan, blijft achter onze windmolen haken met zijn verstaging en raakt daarbij ook onze joon. Even later spreken we een bevende schipper, hij laat een foto maken van zijn paspoort en van de papieren van zijn schip. Er wordt afgesproken dat de volgende morgen het gesprek verder plaats zal vinden. Wij blijven wel op onze hoede want allemaal zijn we 's nachts uit bed geweest om te kijken of het schip niet stiekem vertrokken is. Het gesprek wordt inderdaad de volgende ochtend voortgezet maar wat schetst onze verbazing, de Fransman ontkend alles. Hij kan helaas geen Engels, de twee opstappers wel, maar hij zegt dat hij ons niet geraakt heeft en dat de deuken van eerder zijn, de deuk op zijn eigen boot zat er zeker ook al. We zijn ontzettend teleurgesteld over zijn gedrag. De opstappers geven aan dat zij weten dat hij ons geraakt heeft maar zij zijn afhankelijk van de man omdat hij met ze naar Kaapverdië vaart. Na heel wat gepraat over en weer, en andere schippers die de Fransman wijzen op zijn verantwoordelijkheid, zegt de man ineens dat hij zal bellen met zijn assurantie.
Met de noorderzon vertrokken
Als het blijft duren zegt Bert naar de politie te willen gaan en wil de Fransman spreken, deze is echter met de noorderzon vertrokken en zijn bemanning weet niet waar hij is. Ze zoeken hem maar kunnen hem niet vinden. Als ze hem uiteindelijk bereiken per telefoon zegt hij dat hij naar de politie is in de hoofdstad. Wij hadden al contact gehad met de politie maar deze zegt dat we naar de security in het dorpje zelf moeten gaan maar deze is er pas maandag weer. Wel hebben we ons verhaal per telefoon kunnen doen en nu maar afwachten waar de Fransman mee terug komt. We hebben de namen en mailadressen van de opstappers gekregen zodat we hun verklaring kunnen krijgen mocht het nodig zijn. Onze verzekering vraagt een mail op te sturen met de foto's van de boot van de man, gegevens van zijn paspoort en van het schip. Al het gevraagde wordt verzonden, laten we hopen op een goede afloop en dat we morgen onze reis kunnen vervolgen. De Fransman komt terug, hij zegt ons dat niet hij maar wij de schade hebben veroorzaakt. Dat is raar want wij lagen allemaal in bed maar na enig over en weer gepraat met de opstappers van de man erbij, zegt de man dat het wel een verzekeringskwestie mag worden maar zijn naam mag niet genoemd worden. De opstappers vertellen ons later dat ze van de Fransman niet meer met ons mogen praten en hij wil ze niet meer samen met ons zien. De jongens zijn bang omdat ze anders het schip moeten verlaten. Wij bellen nogmaals onze verzekering over de afloop. Gijsbert en Waldemar springen nog even het water in met hun go-pro om foto's te maken van de schade van het schip van de Fransman, ze lijken net twee spionnen. Meer kunnen we op dit moment niet doen. Dit kan altijd gebeuren maar als je zoals nu gebeurd wegloopt voor je verantwoordelijkheid en alles aan elkaar liegt om eronderuit te komen dan heb je een verkeerde aan ons. Dan bijten we er ons in vast.
De reis gaat verder
Na deze 'vertraging' gaan we toch verder varen. Vandaag, zaterdag 19 november, gaat onze zeilreis verder. We varen richting de Kaapverdische eilanden en bekijken daar in de buurt wat we gaan doen. Doorvaren naar de Caribbean of toch eerst nog een eiland aandoen. We laten ons leiden door de wind.
Groetjes, Gijs, Waldemar, Bert en Fenna